Gisteren ben ik voor het eerst weer buiten geweest want de boodschappen moeten toch gedaan worden en bovendien werd ik gek van het binnenzitten. De sneeuwpret is al helemaal langs mij heen gegaan. Zo verschrikkelijk jammer, ik ben een echt wintermens maar schijnbaar wordt er telkens een goddelijk stokje voor gestoken wanneer er een dik pak sneeuw valt. In 1978 tijdens die heel strenge winter lag ik 6 weken plat in het ziekenhuis en mocht ik achter het glas zien hoe de sneeuw langzaam smolt en dit jaar was het weer hetzelfde. Wat had ik zo graag lekker een eind door de sneeuw willen wandelen en het maagdelijk wit pak sneeuw te zien, maar helaas dat zat er dit jaar niet in.

Gisteren dus met Wim even naar het winkelcentrum geweest. Lopen wij daar door het centrum, komt er een leuke jongen op ons afgelopen. Hij draagt een soort van doos op zijn buik en biedt ons twee nieuwe repen aan. Nu heb ik van mijn mamma geleerd dat ik geen snoep van vreemde mijnheren mag aanpakken. Maar hoe kan ik nu iets van dit snoepje van de week weigeren. Ik kijk en het reepje heet heel toepasselijk “Delight”. En dat was het zeker. Deze nieuwe Mars-reep kon ik al en ik moet zeggen, ze zijn verrukkelijk en niet zo heel zoet. We lopen door en slaan links af. En verdorie, het is toch niet waar? Komt me daar weer zo’n delightvolle jongen tegemoet, vriendelijk lachend duwt hij Wim en mij weer ieder twee repen in de handen. Hee, dat gaat goed. En het wordt nog beter, in de verte zie ik weer zo’n delight-knul lopen. Onbewust begin ik wat harder te lopen, Wim vindt alles goed en versnelt ook zijn pas wat. Aan het einde van de straat draait hij om en komt onze kant opgelopen. “Wilt u ook een Mars Delight proberen?” Met een licht schuldgevoel veinst ik verbazing. “Delight?? Ja, graag” en wederom krijgen Wim en ik ieder twee repen in onze handen gedrukt. Mijn dag was meteen goed en de gemiste sneeuw, daar dacht ik geen minuut meer aan.

Joomla templates by a4joomla