Terwijl ik dit zit te typen tel ik de minuten af tot ik naar huis mag om mij te gaan verheugen op de kerstdagen. Helaas is het voor mij heel moeilijk om vrij te krijgen op vrijdag. Vandaar had ik gisteren een vrije dag en was ik vandaag een van die sukkels die mocht werken.
Denk nu niet dat ik gisteren op mijn luie krent kon zitten. Nee, het was hard werken gisteren.

Eerste kerstdag hebben een lekker dagje met z’n tweeen maar tweede kerstdag krijgen we vrienden op visite en omdat ik ze een zeer smakelijke maaltijd wil voorzetten heb ik eindelijk van de week het kerstmenu rondgekregen. Dat betekent dus ook: veel kerstinkopen. Gisteren zijn we dus naar de Makro geweest, maar eerst zijn we even naar de twee oma’s gegaan die ook allebei in Amsterdam wonen. De ene is 83 en de ander 85 en ik ben zuinig op beiden. Het was gezellig bij mijn jongste oma. Ze is vorige week ziek geworden, griep, en daardoor zat ze nog wat te snotteren. Terwijl we zo zitten te babbelen en mijn oma weer volop de verhalen van vroeger vertelt (Wij hebben alles al 10x gehoord maar doen net of het de eerste keer is), wordt er geklopt. Of mijn oma ook op de ontmoetingsplek op de gang wil komen. Er is een schoolklasje in het gebouw die voor alle bewoners in het verzorgingshuis op elke etage 2 liedjes komen zingen. Wij moesten natuurlijk mee. Terwijl we met mijn oma door de gang sjokken op weg naar de ontmoetingsruimte komen uit alle deuren ouwe wijfjes strompelen, met of zonder rollator. Het lijkt wel een invasie van zombies, traag waggelen ze onze kant op. Dan komt het moment supreme: zo’n 20 – 25 kinderen uit groep 5 – 6 komen de afdeling op en meteen vult het anders zo doodse tehuis zich met leven. Een frisse wind waait de stofnesten van vergane glorie en kleine twinkelingen verschijnen in de anders zo doodse ogen. De kinderen willen net beginnen te zingen als mijn oma in eens opstaat en hard roept dat ze moet plassen (ja, mijn oma is een beetje doof). Ja, de kinderen wachten niet en beginnen aan het eerste liedje terwijl mijn oma terug naar haar kamer schuifelt. Daar staan Wim en ik dan te luisteren tussen de oudjes. Hoewel we ons wel wat ongemakkelijk voelden, was het prettig om te zien hoe jong en oud elkaar vonden en van elkaar genoten. Terwijl de kinderen net hun laatste refrein inzetten komt mijn oma weer aan. Ze zit net, de kinderen zingen hun laatste noot en gaan snel weer weg, op naar de volgende verdieping en volgende lading met oudjes. De kinderen zijn nog niet weg of de belegen dametjes schuifelen weer terug naar hun warme woninkjes. Mijn oma kijk een beetje beduusd om zich heen en tussen ons in vertrekt ze ook weer naar haar kamer.

 

Onderweg komen wij een man van middelbare leeftijd tegen die ons zeer vriendelijk gedrag zegt. Als wij binnen zitten zegt mijn oma: Dat was …, hij was getrouwd maar is nu ook HOOM. Wim en ik kijken elkaar onbegrijpend aan. Maar mijn oma gaat stug door: “Ja, hij komt hier vaak en dan praten we erover. Hij regelt namelijk alle activiteiten. Hij vraagt dan of ik het niet erg vinden dan mijn kleinzoons ook HOOM zijn. Welnee zeg ik dan, zo zijn ze geboren. Zij kunnen er toch ook niks aan doen dat ze HOOM zijn, dat moeten ze zelf weten.” Mijn oma kwebbelt nog door en ik schiet haast hardop in de lach, ik wil niet naar Wim kijken maar ik weet zeker dat hij zijn lach ook in moet houden. Als ik hem nu aankijk, krijg ik een reusachtige lachbui en sleur Wim erin mee. Nou ja, denk ik, ik kan beter HOOM zijn dan OMO hoewel mijn vuile wasgoed daar waarschijnlijk anders overdenkt.

Joomla templates by a4joomla