Men heeft zo van die dagen die anders lopen dan ze zouden moeten. Vandaag is zo’n dag. Het begint dan al met het krieken van de dageraad. Terwijl ik langzaam uit mijn droom ontwaakte viel mijn oog op de wekker. Verdorie, kwart over zeven. Een half uur te laat en die rotwekker was niet afgegaan. Dat is natuurlijk al geen goed begin van de dag. Natuurlijk sneed ik mijzelf tijdens het scheren, iets dat niet hoort te gebeuren want ik bent een moderne man, een wereldburger en daarom scheer ik mij met Gilette Mach3, het scheersysteem die bladiebladieblah… je kent die verkooppraatjes wel. Beneden kwam ik erachter dat het brood op was, dus moest ik snel een afbakbrood in de oven bakken. Wel lekker dat het huis nu naar versgebakken brood rook maar ook dit nam weer extra tijd in beslag. Nog half slaperig stond ik het brood te snijden en het stuk kaas te mishandelen in een poging om er fatsoenlijke plakjes vanaf te krijgen. Ik krijg een halve hartverzakking als ik ineens het gezicht van mijn buurvrouw voor mijn keukenraampje zie. De band met de buren is niet zo innig dat ze rond kwart voor acht al bij ons op de koffie wil komen. Ze zegt iets en maakt vreemde gebaren. Ik ben niet in mood om zo vroeg hints te spelen en loop naar de voordeur. “Je hebt een lekke achterband” zegt ze vriendelijk. Nee he!! Dat kan er ook nog wel bij. Wim zou mij even naar het station brengen maar dat plan gaat ook niet door en ik moet met de bus. Onderweg naar de halte hoort God mij brommen, wat een begin van de ochtend… Gelukkig was mij plekje in de trein nog vrij. Ik zit meestal op het krukje boven aan de trap van de dubbeldekker, daar heb ik genoeg beenruimte. Zoals gewoonlijk laat ik mijn gedachtes lekker varen tijdens de reis. In gedachten heb ik de lotto gewonnen en ben allemaal leuke dingen aan het doen. Ik staar naar buiten, naar de Oostvaardersplassen met de reeën en een sporadische vos. Ik staar naar buiten, naar station Almere-Buiten en een perron gevuld met verbaasde reizigers die wij in een pittig tempo voorbijrijden.. Op het moment dat ik denk: “Hier klopt iets niet”, treedt het remsysteem in werking. Met een ruk mindert de trein zijn vaart en ik kukel bijna voorover van mijn kruk af richting trappen. Ik hou mij stevig beet. Met een ruk komen wij tot stilstand, tientallen meters voor het station. Oeps, foutje… Na een paar minuten rijdt de trein zachtjes achteruit om alsnog de reizigers te laten in- en uitstappen. Nu weet ik het zeker, dit wordt geen normale dag. Wie weet wat mij nog allemaal te wachten staat.
Weer zo’n dag
- Gegevens
- Geschreven door: Jef