Pasja, die naam vergeet ik nooit. Het roept suikerzoete en warme gevoelens in mij op. “Wie is Pasja?”, zal je misschien denken. De vraag moet zijn “Wat is Pasja?”.
Ik was 4 jaar toen wij verhuisden naar Amsterdam-Zuid, toen de tijd een zeer chique buurt waar veel van die oude zure taartjes woonde met dik plamuurde gezichten. Niet echt een omgeving voor een jong kind en toch… In de Maasstraat, op weg naar school zat een heel klein winkel. Als je niet oplette liep je er zo voorbij. Het winkeltje heette Pasja en het was een snoepwinkeltje zoals een snoepwinkeltje hoorde te zijn. Als je binnenkwam ging er een winkelbel en de zoet weeïge geur kwam je tegemoet. Zodat je ogen wat gewend waren aan de wat donkere omgeving, waande je je in een waar kinderparadijs. Snoep, snoep en nog eens snoep wat de klok sloeg. Planken vol met los snoep, maar ook chocolade en andere lekkernijen. Zodra je oma was geweest en je een kwartje had gehad, ging je op een drafje naar deze winkel. Snoepgoed vanaf 1 of 2 cent. Negerzoenen, toverballen, schuimblokken… Maar ook van die snoephorloges, salmiakpoppetjes. Voor een kwartje kon je heel wat kopen. Begin jaren ’70 kwamen daar ineens wat nieuwe repen bij. Drie Musketierrepen, kennen jullie ze nog? Geweven chocoladeslieren gevuld met karamel. Nog steeds denk ik met liefde terug aan dit winkeltje dat van de een op de andere dag verdwenen was. Waarschijnlijk een van de eerste slachtoffers van de oprukkende supermarkten waar het snoep in overvloed te verkrijgen was.
Nu zijn we 30 jaar verder en die ouderwetse snoepwinkeltjes zijn zeer zeldzaam geworden. Zo heel af en toe komen we er nog wel eens eentje tegen als we in een andere stad zijn en dan moet ik gewoon even naar binnen gaan en als ik voor de planken met polkadotten, zwart-wit, duimdrop en toverballen sta komt weer even dat kleine kind in mij boven als ik al die ouderwetse lekkernijen zie en koop. Alleen red ik het nu niet meer met een kwartje ben ik bang.
Share this: