Het is kwart voor acht. Na drie dagen ziektewet is voor mij de tijd weer aangebroken om aan de arbeid te gaan. Ik kijk nogmaals op de klok. De hoogste tijd voor mij om weg te gaan anders mis ik mijn bus. Met een klap zwaait de deur achter mij dicht. Ik kijk de straat in, de colonne caravans die van de week in de straat stonden zijn nu bijna allemaal weg. Ik loop mijn straat uit. En opeens valt mij op hoe rustig het is. Geen huispappie’s die op die drempel hun vrouw een kusje geven, het kind braaf op het hoofdje klopt om vervolgens met een spurt de woonwijk uit te rijden. Geen fietsende kinderen die nog snel door moeten trappen omdat ze anders te laat op school komen. Ik ben alleen, helemaal alleen. En ineens heb ik het idee dat ik mij in een slechte horrorfilm bevind, je kent ze wel. Waarbij de hele bevolking is opgegeten door zombies, waardoor jij de enige overlevende bent en achter elk hoekje zo’n vleesverscheurend lijk staat in verre staat van ontbinding klaar om je met huid en haar te verslinden. Ik kom aan bij de hoek van de straat, onwillekeurig kijk ik toch eerst voorzichtig om het hoekje, maar daar is het ook al leeg. In de verte doemt de bushalte al op. In de bus ben ik de enige passagier. Ja, vind je het vreemd? Half Nederland is, al dan niet met caravan, op zoek naar de zon en zit nu bruin te bakken aan de Cote de Weetikveel. Ook bij het station is het rustig, in de trein heeft de kudde schoolgaande kinderen plaats gemaakt voor een stelletje dagjesmensen. Vooral opvallend veel ouderen. Vertrekken we in Lelystad nog met een half lege trein, tijdens de haltes in Almere vult de trein zich behoorlijk. Kennelijk wonen in Almere de bikkels die wel gewoon naar hun werk moeten. Ik zit prinsheerlijk op mijn klapstoeltje op de eerste verdieping van de dubbeldekker en kijk neer op de mensen die op het balkon staan. Lekker ongegeneerd mensen kijken maar bij halte Diemen-Zuid moet ik er alweer uit. Als een mak schaap laat ik mij met de kudde meedrijven naar de kantoren die al voor onze ogen opdoemen, klaar voor weer een dag arbeid. Ik wil ook met vakantie!
Het is stil aan de overkant
- Gegevens
- Geschreven door: Jef