Het was maandag en de dag begon met een stevig ontbijt. Het weer was behoorlijk opgetrokken dus werd besloten het eten buiten te nuttigen. Dat vond Pasula niet erg want om het huisje heen zwierven twee katten die van Pasula extra aandacht en voedsel kregen. De plannen voor die dag waren snel gesmeed. Frank wou heel graag druipsteengrotten bezichtigen en ik had op internet een hele mooie grot gevonden met de dromerige naam: Grot der Zuchten. Wat wil een mens nog meer. De grot lag op zo’n 70 – 80 km afstanden, net boven Lucca. Pasula en Gerard hadden op deze mooie dag geen behoefte om verkoeling te zoeken in de koele grot waar het altijd 10.7°C. is. Nee Pasula en Gerard gingen liever winkelen in Lucca. Vrijheid blijheid, dus geen probleem en op weg naar de grotten werden ze in Lucca uit de rijdende auto geduwd (grapje).

Met de twee auto’s reden we naar de grotten, maar dat niet alleen, we reden ook recht op de bergen af. En dan praat ik niet over een paar heuveltjes, nee ECHTE BERGEN!!! Gelukkig was de tweebaansweg goed begaanbaar, maar toen kwam de afslag naar de Grotta del Vento die werd aangegeven door bordjes. En je begrijpt het al, de route ging recht omhoog de berg op. Mijn goed, waar ben ik aan begonnen. Maar de nachtmerrie werd nog veel erger. We moesten namelijk nog een dikke 13 kilometer rijden voor de bij de grot waren. Langs een kronkelweggetje waar op de meeste plekken maar één auto kon rijden reden we omhoog. Er zaten zulke scherpe bochten in de weg dat je niet eens kon zien of er van de andere kant wat aan kwam. Het zweet gutste van mijn voorhoofd. Ik kon alleen maar recht voor mij kijken want naast mij gaapte de afgrond zonder railing of afzetting. Borden maakte duidelijk dat hier af en toe ook wel eens wat steentjes naar beneden kwamen. Ik had spijt, dikke dikke spijt dat ik naar Frank geluisterd had, dat ik naar die klote (excuse moi) grot ging. Ik had maar een gedachte, heelhuids boven op de berg komen. De kilometers telde af terwijl wij steeds hoger de berg beklommen. Het laatste stuk werd de weg zo stijl dat de auto zelfs in zijn 1 moeite had te berg te beklimmen en van de andere auto sloeg zelfs de motor af. Ik onderdrukte mijn angst door maar hard met de muziek mee te zingen, steeds harder en harder. En toen schalde uit de speakers ineens de muziek van Carnaval Festival uit de Efteling: JATADATA TADARATATADAAAA. TJENG!!!! De combinatie van deze enge weg die al bijna een attractie leek, en de koddige en pompeuze muziek vormde zo’n contrast dat ik bijna moest lachen, ware het niet dat ik zo krampachtig mijn billen samentrokken om het van angst maar niet in mijn broek te doen.

Gelukkig hebben we de grot heelhuids bereikt.We zaten nu bijna helemaal boven aan de berg en konden net de top niet zien die door de wolken bedekt was. We besloten de 2 uur durende Engelstalige toer te doen door de grot heen. De Grot der Zuchten heet zo omdat er altijd een wind waait door de grot. Dit komt omdat hij twee in/uitgangen heeft. Een hoger aan de ene kant van de berg en een lagere aan de andere kant. Door de thermiek waait de wind er altijd doorheen behalve als het buiten precies 10.7°C. is. Hoe groter het verschil met de 10 graden des de harder de wind waait. Binnen in de grot was het prachtig. Mooie stalagmieten en stalactieten. Maar wat is nu wat. Frank had daar wel een antwoord op. Mieten staan recht overeind en tieten hangen. Jelly was het daar natuurlijk niet mee eens, haar tieten hangen niet! De grot was indrukwekkend. Alleen had ik verwacht dat de grot redelijk horizontaal was, maar dat viel vies tegen. Sommige stukken gingen stijl omhoog en de treden waren moeilijk te beklimmen. Het laatste stukje voor de 1 uur-tour ging steil omhoog, de rest van de 2-uur groep zou daarna nog 80 meter afdaling naar een ondergronds meer om daarna weer 60 meter te klimmen. Het was genoeg voor ik, ik staakte. De vochtige lucht in de grot en mijn vermoeidheid was te veel en ik verzette geen stap meer. Ik ging wel terug naar het winkeltje waar ik onder genot van een drankje wel op de rest zou wachten. Maar gelukkig, na 10 minuten kwam ook Frank terug. Hij is net zoals ik gezegend met hoogtevrees en de trap 80 meter stijl naar beneden was ook te veel voor hem. En zo hebben wij heerlijk in het zonnetje gezeten, wat gekletst met de dame uit het winkeltje en hebben zelfs nog water uit de grot mogen drinken.

Toen Ernst, Jelly en Wim weer naar buiten kwamen moesten we weer. Want wat naar boven gaat moet ook weer naar beneden. De horror-toch kon weer beginnen. Ik heb nog nooit zo lang over 13 kilometer gedaan, maar ook nu verliep de reis gelukkig zonder al te veel tegemoetkomend verkeer. In die achtergebleven gebieden op de berg hebben maar weinig mensen een auto. Na wat boodschappen gedaan te hebben, reden we weer terug naar Lucca om Pasula en Gerard op te halen en een hapje te gaan eten. Gerard en Pasula stonden al klaar op de afgesproken plek. We parkeerde de auto en Gerard vertelde dat hij al een leuk restaurantje had gevonden. Het werd… De Chinees. Nu vraag ik je, ben je in Italie, eet je buiten de deur dan is het niet Italiaans maar Chinees. Gelukkig bleek de keuze van Gerard een goede. Het restaurant was niet te vergelijken met de Nederlandse Chinees. Maar hier kon je allerlei kleine gerechtjes bestellen. Dit liep een beetje spaak en er ontstond wat verwarring maar wat wil je als zo’n 7 man 3 tot 4 verschillende gerechtjes bestellen. Natuurlijk was Gerard weer de pisang, waar bleef zijn gerechtje? Het duurde even maar toen had iedereen wat hij besteld had en de buikjes waren rond gegeten, maar natuurlijk mocht ook hier een lekker ijsje bij de gelateria niet ontbreken. Ik hou van Italië, maar de volgende keer ontwijk ik echt de bergen.

Joomla templates by a4joomla