Het is ondertussen alweer de laatste dag van de vakantie en morgen komt om 8 uur de eigenaar van het huisje al voor inspectie. Vandaar dat we besluiten om vandaag niet ver te rijden. Ernst wou heel graag naar een wijnmakerij en wij hebben onderweg een bordje gezien naar een kasteel in een naburig plaatsje, Lari. Er schijnt een wijnboerderij een paar kilometers van Crespina te zitten als we de bordjes mogen geloven. Wij volgen ze en belanden uiteindelijk op een onverharde weg en hobbelend en bobbelend tuffen wij tussen de wijnranken naar een huis in het midden van niets. Wij rijden met de twee auto’s de binnenplaats op. Het is doodstil en in de verte staan twee oude mannen ons met een schuin oog te bespieden. Oei… bevinden wij ons op prive-terrein? Mogen we hier wel komen? Ondertussen is er ook een andere auto de binnenplaats opgereden, daarin zit een vrouw die in haar auto een boterham zit op te peuzelen. Ik besluit naar haar toe te stappen om te vragen of dit een openbare wijnboerderij is. De vrouw spreekt geen woord Engels en dat wordt een probleem want ik spreek maar een paar woordjes Italiaans. Met handen en voeten komen we erachter dat er hier inderdaad wijn gekocht kan worden. Zij en een van de oude mannen helpen ons. We worden naar een schuur gebracht waar enorme vaten met wijn staat. Ze leveren drie soorten, 1 rode en twee witte wijnen. We kunnen proeven en de meeste besluiten wat wijn mee te nemen. Je kan de wijn zo uit het vat meenemen in een zelf meegenomen fles of jerrycan, maar ook zijn twee van de wijnen al gebotteld. Natuurlijk willen Wim en ik ook de derde wijn hebben. Gelukkig hebben de twee aardige mensen nog twee lege wijnflessen die ze vullen en kurken waar we bij staan. Ondertussen heeft Pasula hier ook een poes gevonden die ze zit te aaien. Ze haalt die beesten ook overal vandaan. Met vele flessen wijn in de kofferbak, verlaten we de boerderij en worden uitgezwaait. Wat zijn die Italianen toch vriendelijke mensen.
Het volgende doel is Lari. Als ik had geweten dat dit dorp boven op de top van een hoge berg lag…. En ja hoor, daar gingen we weer, langs smalle stijle weggetjes steeds verder naar boven. Langzamerhand begin ik eraan te wennen, maar het is nog steeds niet mijn hobby. Uiteindelijk belanden we in Lari, een leuk stadje dat hoog in de bergen ligt. Wij blijven de bordjes naar het kasteel volgen en rijden door de smalle straatjes van Lari, na een scherpe bocht was het HO!!! Het kasteel is in zicht maar ik kan niet verder rijden. In een smal, stijl straatje staat aan de ene kant een auto geparkeerd en aan de andere kant staat een laadwagen die puin afvoert. Gestrand… Ernst besluit naar achteren te rijden, voor de kerk, naast een terrasje is ruimte om zijn auto neer te zetten. Ik heb minder mazzel, achter bij zit nu een politieauto die mij betoeterd en gebaren maakt dat ik door moet rijden. Hij kan de opstopping niet zien en ik zit klem. Ik krijg het Spaans benauwd. Mijnheer de agent stapt zijn auto uit en besluit met een gezicht op onweer om polshoogte te nemen. Ik wijs hem op het probleem en die arrogante kwal maakt een gebaar dat ik mij rustig moet houden. Hij loopt terug naar zijn auto en gaat achteruit zodat ik ook weg kan. Wij zetten de auto neer op een parkeerplek vlakbij. We besluiten maar het beste ervan te maken en strijken neer op het terrasje. We hebben mooi uitzicht op het straatje waar nu geen auto meer doorkan. Eindelijk heeft de politie in dit rustig gat wat te doen. Er komen er steeds meer bij, ze lopen druk heen en weer, pakken hun boekje en vragen aan iedereen van wie die auto is. Vermakelijk, de Comedy Capers zijn er niets bij. Uiteindelijk bleek dat we helemaal goed zaten, het kasteel bevond zich boven op een heuvel op nog geen 100 meter afstand. Ik vraag aan de serveerster van het cafetaria of het kasteel open is. Helaas, het kasteel is alleen op zondag open en nu is het vrijdag. Ik vertel dat dit onze laatste dag in Italië is en blijkbaar kijk ik heel beteuterd. Ze zegt dat ze even wegloopt naar een vriendin verderop, die is sleutelbeheerder van het kasteel en zal vragen of deze het kasteel voor ons opent. En weg is ze, ze laat mij alleen achter in het café Ik had zo de kassa kunnen plunderen. Wat zijn deze mensen toch goed van vertrouwen. 10 minuten later is ze terug. Om twee uur worden wij van het terras gehaald en wordt het kasteel speciaal voor ons geopend. We nemen nog maar een ijsje en een hapje te eten en voor we het doorhebben is het 2 uur.
Een dikke dame op leeftijd en pantoffels komt aangelopen en begeleidt ons over de vele trappen naar het kasteel. Het is nog een behoorlijke tippel naar boven en ik voel me schuldig dat deze vrouw nu speciaal voor ons helemaal naar boven moet klimmen. Het kasteel was niet te vergelijken met de kastelen hier, geen torens etc. Het eerste kasteel is 720 voor Christus hier gebouwd. Maar wat wij hier zien is nieuwer. De oude dame steekt voor ons alle lichten aan en doet de kassa open. 2 euro per persoon. We geven haar 5 euro fooi omdat ze speciaal voor ons het kasteel had geopend. Je wil niet geloven hoe dankbaar ze was. Het uiteindelijke kasteel was vrij kaal betreft interieur, bovendien bleek het een echt horror-kasteel. Er stonden veel martelwerktuigen, een zompige kelder en veel gevangenissen. Je zou er niet aan moeten denken hier gemarteld te worden. Voor sommige van ons werd het net iets te veel en op papier stond dat het kasteel zelfs zijn eigen huisspook had. Dat werkte op de verbeelding van sommige. We waren daar wel met een half uurtje klaar. Terug naar het huisje.
Die avond was het pakken geblazen zodat we de volgende ochtend snel weg konden. Om 8 uur was de inspectie zodat we om half negen konden rijden. Wij besloten in één keer naar huis te rijden terwijl Frank, Jelly en Ernst nog een keer onderweg zouden overnachten. De terugweg was zwaar, mede door een lange file voor de Gotthard-tunnel, een ongeluk onderweg en een lange wachtrij voor de tolpoort. Kan je nagaan, we vertrokken om half negen in de ochtend en kwamen ‘s nachts om half vier thuis. Kapot en gebroken, maar vol van leuke herinneringen aan Italië