Gewond strompel ik weg, ik kijk opzij naar mijn wond en voel me naar worden. Wat een bloedverlies. De mensen om mij heen doen net of ze niks zien. Stoïcijns kijken ze voor zich uit, met de gedachten elders maar niet bij mijn ellende. Zal ik de trap nog halen of zal ik daarvoor al flauw vallen??

Zo voelen de meeste mensen zich als ze voor bloedafname naar het ziekenhuis moeten. Of het kleine prikje een enorme oorlogswond is en je moet ze de kost geven die flauw vallen bij het zien van hun eigen bloed. Ik ben ondertussen al wat gewend en voor mij is het slechts een peulenschil. Gisteren moest ik dus naar het ziekenhuis voor een uitgebreid bloedonderzoek. En aangezien ik nuchter moest, besloot ik maar vroeg te gaan. Het lab gaat om 8.15 open en ik dacht handig te zijn en was al om 7.55 uur in het ziekenhuis. Maar dat hadden meer mensen gedacht en ik had dus al 12 mensen voor mij! Maar het kon nog gekker want na mijn aanwezigheid werd het steeds drukker en drukker. Het is overigens frappant hoe je toch altijd bekenden tegenkomt in zo’n wachtkamer en dat in een stad waar zo’n 65.000 mensen wonen. De vorige dag kwam ik ook al onverwachts mijn zwager en nichtje tegen bij de huisarts.

Maar goed, ik dwaal af. Het duurde maar liefst een half uur voordat ik aan de beurt was. Zes buisjes bloed werden er afgetapt. En ik heb niet gehuild, dus trakteerde ik mij later op een dinky-toy (nou ja, het was eigenlijk een lekker broodje). Brave jongen…

Joomla templates by a4joomla