Twee keer per jaar komt het voor. Het hele personeel komt dan bijeen om ergens in Nederland van het management te horen wat de stand van zaken is. De personeelsdag heet zoiets, en gisteren werd deze gehouden in Zaandam. De bijeenkomst in januari heeft een formeel karakter en die in juni een informeel karakter. Maar het ochtendprogramma is altijd hetzelfde. Praatje van de directeur, praatje van de OR en natuurlijk een ingehuurd bedrijf om het moraal op te vijzelen. Het middagprogramma bestaat meestal uit workshops en die stonden gisteren in het teken van handicap. Dat betekende het leren van doven-gebaren, voetbal voor blinden, snoezelen etc etc. Ook onze bedrijfsband liet gisteren weer van zich horen en al met al werd het toch nog gezellie. Maar dat betekende ook dat het gisteren niet van loggen kwam.

En ik stond nog wel te popelen om te loggen over iets dat mij eergisteren gebeurde. Maar dan, met een dag vertraging, krijg je het logje alsnog. Nee, door de titel van dit logje moet je niet denken dat ik in de leer ben voor terrorist of dat ik een explosief karakter heb. Nee, niks van dit alles. Ik wil het hebben over het feit dat, zoals het heet, stront aan mijn vingers heb. Dat betekent dat servies/glasgoed en ik geen vriendjes zijn. Op een of andere manier sneuvelen er erg veel glazen, borden, kopjes etc. bij mij. Oortjes van mokken hou ik plots in mijn handen, wijnglazen breken spontaan van hun pootjes, oeps daar glipt weer een bord uit mijn handen. Pasula was er zelfs eens getuigen van dat ik een handvat van een pan afbrak waarna de hele lading ravioli over de grond vloog. Vorige week was het zelfs weer raak toen ik per ongeluk de snoeppot van tafel schoof en aangezien deze van glas was, kon hij het niet navertellen. Maar wat mij woensdag gebeurde… Daar stond zelfs ik van te kijken….

Ik was druk bezig met koken. Het eten was gaar en dus wilde ik de dekschaal pakken. Ik liep naar de kast, raakte de schaal aan… die vervolgens met een knal ontplofte in werkelijk honderden glasscherfjes. Nee, niet door de helft of desnoods in vieren. Nee, in zeer kleine scherfjes die werkelijk door de hele keuken heen lagen. Wonder boven wonder had ik niks, behalve goed de schrik te pakken. Wim keek mij een beetje meewarig aan, “Je zal hem wel gestoten hebben, etc. etc.” Nou, ik zweer je. Bij de eerste aanraking spatte dat ding uiteen. Ik ben er nog steeds een beetje beduusd van. Is dat jullie wel eens overkomen?

Joomla templates by a4joomla