Gisteren hadden wij onze personeelsdag. Oh leuk, hoor ik je nu zeggen. Nou, laat ik er dan even bij zeggen dat wij elk jaar 2 personeelsdagen hebben. In juni een informele en in januari de formele. Jawel, gisteren kregen we de stand van zaken opgelepeld. Zo’n dag loopt altijd via het vaste stramien. In de ochtend krijgen we altijd het praatje van de directeur, de OR en andere sprekers, daarna de langverwachte lunch en in de middag is het dan tijd voor workshops/trainingen/etc. en een borrel toe.
Dit jaar werd het formele dagje georganiseerd door de ondersteunende diensten waartoe ik ook behoor en dat betekende dat ik ook mijn taken toebedeeld. Op het laatste moment mochten mijn collega en ik nog een presentatie in elkaar knutselen. En de stress die dat met zich mee bracht want de tijdsdruk was heel heel hoog. Uiteindelijk is alles nog goed gekomen. Maar ook gisteren waren er genoeg zaken te regelen. Er moesten 6 computers en monitoren neergezet en geïnstalleerd worden zodat iedereen kon spelen met ons nieuwe intranet. En als er één ding waar ik een hekel aan heb aan mijn werkzaamheden is ‘t het slepen en installeren van PC’s. Dus terwijl mijn 450 collega’s zaten te knikkebollen bij de speech van onze directeur gutste bij mijn chef en mij het zweet van ons lijf door de inspanningen. Maar net op tijd waren wij klaar. Iedereen kwam duf geluld uit de zaal en… stoven meteen op de tafels met de lunch af. Ja hallo!!! Heb ik mij daarom uit de naad gewerkt? Niks eten, surfen over het intranet moeten jullie! Maar nee hoor, de liefde van de collega gaat toch echt door de maag en de plekken bij de computers bleef angstvallig leeg. Tja, toen zat er voor mij maar een ding op… Ook in de rij staan voor de broodjes. Het geheel zag er lekker uit. Witte en bruine bolletjes met kaas, ham en rosbief. Ook waren er ciabattabroodjes maar deze waren maar zeer karig belegd. Geen roomkaas, zalm of dergelijke. Wel konijnenvoer of een zeer dun plakje mozarella met een flintertje tomaat of een cripsy gebakken plak spek. Dat viel wat tegen.
Na de lunch moest ik wel verplicht mee doen aan de rest van het programma, maar in tegenstelling tot vorig jaar was het niet zo heel saai. Het eerste stond een voorstelling van een improvisatiegezelschap in de planning. Dit was zeer leuk om te zien hoe ze de draak staken met het thema van die dag: Professionalisering. Het tweede middagonderdeel was een soort van Het Lagerhuis waar er gediscussieerd moest worden over 3 stellingen. Tegen die tijd was ik al behoorlijk gaar. Ik was die dag al heel vroeg van huis gegaan want ik moest al om 9 uur op de locatie in Maarssen zijn. Ik had een routebeschrijving gehad hoe ik er moest komen met het openbaar vervoer. Het gebouw bevindt zich op circa 900 meter van het station stond er op het kaartje. 900 meter??? Mijn neus!!!! Ik wil niet veel zeggen maar het was minstens 2,5 km. Dat circa hebben ze wel heel ruim genomen, om precies te zijn zo’n 1,6 km! Met mijn tong op mijn knieen en een snotpegel aan mijn neus kwam ik aan. Op dat moment arriveerde ook mijn chef per auto. Vrolijk toeterend kwam hij voorbij rijden. Natuurlijk lekker uitgerust van het autoritje terwijl hij zijn kacheltje had snorren en rustgevende muziek van Vivaldi uit zijn speakers kabbelde terwijl ik net een helse wandeling langs het Amsterdam Rijnkanaal had gemaakt terwijl ik probeerde een vrouwelijke collega bij te houden. Volgens mij schepte ze een duivels genoegen in het feit om te laten zien wat voor een geweldige conditie ze niet had terwijl ik puffend en steunend mij half dood liep naast haar. Men had gekozen voor een uitzonderlijke locatie. Een oude meelfabriek dat nu was omgebouwd tot een kartbaan en congrescentrum (www.defabrique.nl). Het zag er zeer apart uit en ademde een heel andere sfeer uit dan de standaard congrescentra die er vaak klinisch en kil uit zien.
Na afloop van het middagprogramma was het tijd voor de borrel. Een aantal enthousiaste collega’s hadden een band gevormd en traden op. Ook 2 van mijn directe collega’s deden ook mee en het was heel leuk om ze nu eens van een andere kan te zien. Ik ben nog een uurtje gebleven en had eindelijk de moed gevonden voor de tocht terug naar het station. Dik 19.00 uur was ik thuis. Bekaf en blij dat ik deze dag overleefd heb. Ja, heel leuk zo’n personeelsdag. Ik verheug me nu alweer op de volgende dag in juni. Not!!!