- Gegevens
- Geschreven door: Jef
De zondag zou een rustig dagje worden. Even bijkomen van ruim 1400 kilometers rijden. Het weer zou tenslotte volgens internet prachtig zijn in de Toscane. 30 graden en volop zon. Nou, dat viel dik tegen. Een magere 19-20 graden en flink bewolkt. Geen weer om in zwembroek of bikini aan het zwembad te liggen, laat staan zwemmen. Wim en Gerard besloten maar naar Crespina te lopen op zoek naar een bank om te pinnen en te kijken of er misschien wat winkeltjes open waren. Ik vond alles goed en besloot nog even op bed te gaan liggen. Deze lag namelijk overheerlijk. Na dik anderhalf uur waren Gerard en Wim weer terug met slecht nieuws. Crespina is echt een gehucht. De lokale bank had geen pinapparaat en van winkeltjes was amper sprake, laat staan dat ze open waren op zondag.
Er moest dus een ander plan gemaakt worden, want de meeste moesten pinnen om een donatie in de etenspot te doen, ook moest er vandaag buiten de deur gegeten worden want in het huisje was weinig eetbaars meer over. Livorno is de een na grootste havenstad en ligt op zo’n 20 kilometer van Crespina. De weg naar Livorno was zo gevonden, maar de weg vinden in Livorno is een andere zaak. De borden voerden ons weg op, weg af. En zo belandde we op een soort van industrieterrein waar we een pin-apparaat vonden. Missie 1 was geslaagd, nu nog het eten scoren. In de verte zag ik een kerk staan en besloot daar naartoe te rijden. Kerken liggen nu meestal in het centrum van een stad. Maar ik was even vergeten dat ik in het Katholieke en godsvruchtige Italie zat waar er meer kerken dan kroegen stonden. Na kris kras door de stad te zijn gereden vonden we eindelijk een parkeerplek in een deel dat er wel uitzag als enigszins toeristisch. Wij zette onze auto’s neer en stonden ons te vergapen aan de borden die bij de betaal-machine stond voor het betaald parkeren. Een hele lap tekst en natuurlijk alleen in het Italiaans. Moesten we nu wel of niet betalen. Gelukkig kwam er net een Nederlands stelletje langs, volgens hun hoefde we niet te betalen maar ze wisten het ook niet zeker. Er kwam een andere auto bomvol Italianen bij en zelfs zij kwamen niet uit het bord. Wij sloten het zekere voor het onzekere te nemen en te betalen. Toen kwamen we erachter dat we maar 2 uur mochten parkeren. Balen, want dat betekende dat we om 18.15 uur weer bij de auto terug moesten zijn.
We hadden de auto op een goede plek neergezet, want twee straten verderop bevond zich DE straat van Livorno een lange en brede straat vol winkels die in een rechte lijn naar de haven liep. Op straat bevonden zich mensen van allerlei pluimage die begeerlijk heen en weer liepen, flanerend en lonkend naar de andere mensen. Wat opviel is dat er veel Italiaantjes in zeeman’s uniform rondliepen, wat de nodige aandacht van het andere geslacht tot gevolg had. Wij twijfelde of dit echte mariniers/zeelui waren of dat dit gewoon een versiertruc was en dat deze zeelui in werkelijkheid saaie kantoormannetjes waren. Deze straat was bezaait met winkeltjes en eettentjes afgewisseld met her en der een zeer oud gebouw of standbeelden. Frank was de eerste die de verleiding niet kon weerstaan en dook een gelateria (ijswinkel) in. Ja, dan kan ik toch niet achterblijven en ook enkele anderen van ons ploegje volgde ons. In de winkel hadden ze zeker wel meer dan 40 smaken. Jeffie was in de ijs-hemel dat kon niet missen. Op een ijs-wolkje zweefde ik de winkel weer uit. Bovendien knapte het weer ook stukken op. Ja, ik had het vakantiegevoel goed te pakken. Maar het was nu 5 uur en het honger gevoel begon behoorlijk te knagen in sommige buikjes. Alleen waren alle restaurantjes gesloten, Gerard en Jelly besloten in een hotel/restaurant te vragen hoe dat kwam. Het blijkt dat alle Italianen pas tussen 7 en 8 uur aten en dan de restaurants open gaan. Dat gingen we dus niet redden. Het werd dus een pizza-snackbar waar het eten op het terrasje buiten werd genuttigd. Natuurlijk werd het eten weer afgesloten met een ijsje. Dit keer besloot ik mij te bezondigen aan de vreemde smaken drop en munt. Aparte smaken en het eerste ijsje smaakte beter. Maar de “eerste” vakantiedag was voor mij zeker geslaagd. De volgende dag zou voor mij een dag worden om nooit meer te vergeten maar gelukkig had ik daar nog geen weet van. Morgen meer daarover.
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Mijn hemel… Gebroken werd ik wakker. Ik was dan wel als een blok in slaap gevallen maar het matras was flinterdun en het leek wel over een stalen plaat onder lag. Door mijn diabetes en medicijnen moet ik elke nacht om de 2 uur naar het toilet. Normaal is dat vervelend maar niet erg, maar de toiletten en douches bevonden zich hier op de gang. Dus zachtjes opende ik de deur en stak mijn hoofd buiten. Is het veilig? Ja! En op een drafje rende ik in onderbroek en shirt naar het toilet. En dat 4x in één nacht. Bij ontbijt zal de helft van de ploeg al beneden. Ik werd al gewaarschuwd en terecht. Oud brood, harde ciabatta en alleen jam, boter, koffie en melk was beschikbaar. Maar als je trek hebt eet je (bijna) alles. Omdat iedereen lekker vroeg zijn bedje uit was, begonnen we al om 8 uur met de tweede helft van de reis. Dit werd de reis der beproevingen. Pasula is niet dol op tunnels en ik niet op hoogte’s en we kwamen beiden aan onze trekken. Pasula moest het doen met de Gotthard-tunnel van meer dan 17 km lengte en ik kreeg mijn beproeving in Italie. We waren al express via de Po-vlakte gereden in plaats van de Apanijnen, maar helaas voor ons doemde de bergen al op. Alleen een railing scheidde ons van diepe afgronden. Ik begon dan altijd te malen he. Stel dat ik een klapband krijg, stel ik val flauw en we storten naar beneden. Ik hield mijn stuur maar extra goed vast. Het slechte weer speelde ons ook parten. De snelheid lag niet boven de 100 km/uur. Ondertussen was de tweede auto naar Parma gereden om boodschappen te doen en wij reden door naar Crespina om de sleutelbeheerder niet te lang te laten wachten.
Na een lange en vermoeiende rit kwamen we eindelijk aan in Crespina. Een dorp, een gehucht met een paar honderd inwoners, maar de oppervlakte was groot met vele weggetjes. Wij besloten maar te stoppen bij een rommelwinkeltje waar een echte Italiaanse dame op leeftijd in de deuropening stonden. In ons beste Engels/Italiaans vroegen wij de weg. Helaas sprak de dame in kwestie geen woord Engels, maar ze zag het licht. MARIO!!!! Haar zoon werd erbij geroepen en er volgde een echt Italiaans gesprek waar we geen woord van verstonden maar met handen en voeten werd uitgelegd dat we haar zoon met de auto moesten volgen en hij ons naar het huisje zou brengen. En dat was maar goed ook want dat hadden we anders never, nooit gevonden. Via smalle steile weggetje gingen we steeds hoger en hoger totdat wij een steile en onverharde weg vonden, ja hoor. De oprit naar ons huisje.
Eenmaal aangekomen werden we al opgewacht door Roberta die ons het huis liet zien. Wij waren er stil van. Grote woonkamer, eetkamer, keuken, twee badkamers en leeshoek beneden. Via een grote en ouderwetse trap liepen we naar boven waar zich naast de badkamer (met bubbelbad) zich 5 mooie ruime slaapkamers bevonden. Het was een prachtig landhuis, geheel in oude sfeer en het geheel ademde een mysterieuze sfeer uit. Heel apart. De tuin stond vol fruitbomen en een grote olijfgaarde liep stijl de heuvel af. Oh ja, ik heb het nog niet gehad over het zwembad in de tuin he.
Gelukkig hadden Jelly, Frank en Ernst het huis ook voordat het donker werd gevonden. Nadat iedereen gesetteld was, was het de beurt voor Pasula om te koken. De maaltijd werd, hoe kan het ook anders, pasta. En die avond ging iedereen moe, maar met een pastabuikje naar bed.
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Het begint nu langzaam te kriebelen, nog even en we zakken af naar het zonnige Italie. Ik heb net nog even de weersverwachtingen bekeken voor de Toscane. 30 warme graadjes en veel zon. Oei, oei, oei, dat wordt factor 30 smeren. De voorbereidingen zijn al volop bezig. Frank heeft een taalcursus Italiaans op CD geregeld zodat we onderweg onze woordjes kunnen leren. Het belangrijkste woordje ken ik al: Gelati!!! Daar kom ik een heel eind mee hoor. En verder ben ik heel goed in het spelen van Hints. Jeffie redt zich wel.
Ik baal alleen dat ik tot de dag voor de vakantie moet blijven werken. Oorzaak vakantie en ziekte van mijn collega’s. De ene dag tot 5 uur werken en de volgende ochtend vertrekken we. Heel vervelend maar het is niet anders. Dat betekent ook dat Wim de koffers mag pakken en alle andere voorbereidingen mag treffen. Niet dat ik dat erg vindt hoor, ik heb daar toch een hekel aan maar je gaat wel zo haastig weg.
Hierboven zien jullie trouwens wat plaatjes van het huisje en zwembad dat we helemaal voor onszelf hebben… Heerlijk he?
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Het kwam vanmorgen ten sprake in Goedemorgen Nederland. Meer dan de helft van de bevolking is bang dat er binnenkort een aanslag plaats gaat vinden. Vooral de Nederlandse Spoorwegen is in hoge paraatheid gebracht. En dat was vanmorgen te merken. Ik zat prinsheerlijk op mijn vaste stekje in de trein met zicht op de deuren. Ik zat al met mijn neus in de Metro/Spits toen de conducteur de trein binnen kwam stormen en hysterisch op de deur van het toilet begon te bonken. – “Hallo mijnheer, komt u eens van het toilet af”- “Mijnheer, u komt NU naar buiten of ik open de deur”
Wat ben ik blij dat ik deze man op het toilet niet ben. In gedachten zie ik hem al helemaal zitten. Met verkrampte darmen op het toilet. NNNGGRRRR…. MMHHHNNN… Om zijn diner van de vorige dag eruit te persen. Ja… Ja… Met veel moeite lukt het en dan begint er ineens een gek aan die deur te rammen. Van schrik knijpt de arme man hem natuurlijk af en springt overeind met zijn broek nog op zijn knieën. Dan dreigt de conducteur ook nog eens de deur te openen. Snel veegt hij zijn bips af en trekt zijn broek omhoog voordat de conducteur naar binnen stormt. Ja, mijn fantasie slaat een beetje op hol.
De conducteur staat nog steeds als een gek op de deur te bonzen en wil net de sleutel van het toilet pakken als de deur opengaat. Een jongen van een jaartje of 18 stapt zenuwachtig en met grote ogen naar buiten. “Is die koffer op het perron van jou?” vraagt de conducteur dreigend. De jongen schudt ontkennend zijn hoofd. Hij krijgt nog een uitbrander van de conducteur dat hij niet op een station in een stilstaande trein naar het toilet mag en voordat de jongen kan antwoorden spurt de wildgeworden conducteur weer uit de trein. Ik kijk door het raampje naar buiten en zie twee conducteuren als kippen zonder kop heen en weer rennen. Naast het bankje staat een eenzame koffer, het object van de op hol geslagen conducteurs die verderop de trein inspringen. Ondertussen is een oud dametje de trein uitgestapt, pakt de koffer en sleept deze in de trein zonder dat de conducteurs iets hebben gezien. De oude vrouw probeert de zware koffer de trappen af te krijgen. “Uw koffer zorgde voor behoorlijk wat ophef”, schijnbaar had de oude vrouw haar gehoorapparaat niet in want ze gaf geen sjoegen en verdween met koffer en al in de coupe.
Ondertussen kwamen de conducteurs erachter dat de koffer was verdwenen. Paniek.. PANIEK…. Ik besloot naar buiten te lopen en vertelde dat de koffer door een oud vrouwtje naar binnen werd gebracht. Ik had verwacht dat dat de gemoederen wel zo bedaren. De vrouw zag er niet bepaald uit als terrorist-granny… Maar nee, de conducteur stormde de coupe in waar de vrouw zat. Jammer dat ik niet om een hoekje kon kijken want ik had wel willen weten wat zich daar af zou spelen. Zou de vrouw een enorme uitbrander hebben gehad, of nog erger; zou ze over de knie gegaan zijn? Oplettendheid is prima, maar je kan ook doorslaan.