- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Wat doe je als een verjaardag niet doorgaat en het heerlijk weer wordt. Wim en ik zaten te kniezen. “Wat zullen we gaan doen”
“Zeg jij maar”
“Nee, zeg jij het maar”
“Nee, jij…”
Aan het gekibbel kwam abrupt een einde toen de telefoon ging. Het was mijn zusje, schijnbaar was bij haar hetzelfde gaande want ook zij dachten erover om wat leuks te gaan doen, maar wat? Uiteindelijk werd de knoop doorgehakt en besloten we met z’n allen een dagje naar het strand te gaan. Het is voor mij echt eeuwen geleden dat ik op een handdoekje aan het strand heb liggen bakken.
Een half uur later staan Bianca, Milko en Priscilla voor de deur. Wij rijden met hen mee. We besluiten via Enkhuizen, Hoorn, Alkmaar naar Bergen aan Zee te reizen. De reis verloopt voorspoedig en gelukkig hebben ook zij airco aan boord. Dat bleek geen overbodige luxe toen we in Bergen aan Zee aankwamen, tot ver buiten de bebouwde kom stonden de auto’s in de berm geparkeerd. Toch waagde wij ons in de stad om te kijken of we de auto konden parkeren. Helaas waren een paar duizend andere mensen op hetzelfde idee gekomen als ons want het was spitsuur. Allemaal badgasten die wanhopig op zoek waren naar een parkeerplaats. Een waar gekkenhuis. Na een half uur proberen hebben wij het opgegeven. Bergen aan Zee is niet echt bereid op zo’n grote invasie van badgasten. De enige die daarvan profiteert is de overheid want toen we weer vertrokken waren er vier politieagenten druk bezig om de ene naar de andere bon uit te delen bij de auto’s die in de bermen stonden. Ze hadden al minstens 200 bonnen uitgeschreven en het feestje ging voorlopig nog even door.
Wij ging maar naar de volgende badplaats Egmond aan Zee, maar ondertussen waren de blazen van Bianca en mij behoorlijk gevuld. Met andere woorden: Wij moesten plassen!!! In Egmond aan Zee waren gelukkig veel meer parkeerplaatsen. Er was slechts één probleem: Ze waren allemaal bezet. We hebben ruim een half uur met een volle blaas rond moeten rijden. Uiteindelijk zagen wij iemand wegrijden, Wim en ik sprongen de auto uit zodat mijn zus in de parkeerplaats kon rijden. GELUKT!!! en ook nog eens vlak aan het strand. Na de broodnodige plaspauze was het dus zoeken naar een plekje. Deze was sneller gevonden dan de parkeerplek. De handdoekjes werden uitgespreidt en de zee werd opgezocht. Het water was koel maar daar werd snel aangewend, omdat er een lekker briesje stond was er lekker pittige golven. Omdat ik zo snel verbrand (ondanks de factor 20) hield ik mijn t-shirt aan, bovendien vind ik het niet prettig om in die menigte te showen met mijn buikje. Ik ging dus niet verder dan het pootje baaien, maar dat werkte al lekker verkoelend. Terug op het strand was het tijd voor wat drinken en een koekje. Ik was even vergeten dat het stuifzand werkelijk overal tussenkomt. De frisdrank had dus een licht korrelige afdronk en het koekje was veranderd in zandgebak.
Tijd om te gaan bakken. Degene die mij kennen weten dat ik geen zonaanbidder ben. Ik verbrand heel snel en bovendien vind ik de zon veel en veel te fel. Maar factor 20 beschermt mijn huidje wel. Terwijl ik met samengeknepen ogen op mijn handdoekje lig te zonnen, gaat er van alles door mij heen: Nog 2 weken en dan heb ik lekker vakantie, had ik het koffiezet-apparaat wel uitgezet, ik hoop maar dat ik morgen niet weer zo vroeg wakker, hoeba-hoeba-hoeba hop hop hop… Ineens word ik gestoord in mijn gedachte als ik een mannenstem wat tegen mij hoor zeggen. Ik doe mijn ogen ogen en schrik als er twee stukjes groen papier voor mijn neus bungelen. De mensen naast ons gaan weg en schenken hun kaartjes voor de strandstoelen aan ons. Wim en Bianca willen net gaan plaatsnemen als de beheerder komt en zonder pardon de stoelen komt innen. Ze zijn persoonsgebonden. Punt, uit en geen discussie. Wim en Bianca mopperen nog wat na en koelen wat af in het water. Na een heerlijk ijsje is het weer tijd om naar huis te gaan. ‘s Avonds komt ik erachter wat de prijs van een dagje strand was: een zandbak in mijn haren, een vuurrode kop en verbrand op buik en rug. Ik heb wel weer genoeg strand gehad voor dit jaar.
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Jawel, Jefland bestaat 1 jaar. 5 juli 2005 begon ik bij blogspot mijn weblog, maar in september maakte ik mijn overstap naar web-log.nl.
Zo’n jaar gaat snel om en hoewel ik niet meer elke dag even trouw log, doe ik het nog steeds met veel plezier en hoop het nog vele jaren vol te houden. Zo lang jullie het maar leuk vinden om hier te lezen.
Om dit heugelijke feit te vieren trakteer ik op taart. Eet smakelijk
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
De meeste mensen worden echt gek van de grote hoeveelheid reclame die de commerciële zenders over hen uitstorten. Nu moet ik ook wel bekennen dat het zo langzamerhand niet leuk meer is. Toch zitten er af en toe echt schoonheidjes tussen. Reken de beruchte maandverband, wasmiddelen en andere shit niet meer. Dan zie je soms toch reclamefilmpjes die een waar kunstwerk, minispeelfilmpjes of een poel van creativiteit zijn. Ze kunnen je laten lachen of ontroeren. Bovendien maken velen gebruik van prachtige liedjes.
Als kinderen waren mijn broer en zus al dol op de reclame, want voor en na de BOING! (zo noemde wij vroeger het journaal), begonnen wij ons spelletje. Namelijk, reclamefilmpjes raden. Wie het snelste kon raden voor welk product reclame werd gemaakt, en dat was af en toe verdomd moeilijk. Want de inhoud van een filmpje kwam niet altijd overeen met het product. Het spelletjes spelen we al lang niet meer. Toch sta ik er versteld van hoe lang zo’n reclame bij je kan blijven. Zo kan ik nog bijna letterlijk de reclames van Buns dwarsgebakken??? Brood en Goudhaantje mee zingen. Maar ook Bona mee, in de arrenslee door de sneeuw. Geen cent te veel hoor! en Ik vind het gewoon lekker…
Kunnen jullie je nog van die oude reclamedeuntjes herinneren?
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Met een sprintje stoof ik de trappen af. De overstaptijd tussen de trein en de bus naar huis is miniem en vaak heb ik maar één minuut om bij de bus te komen. Gelukkig stond de bus er gisteren nog. Met de tong op mijn knieën stapte ik de bus in. Het was niet zo druk. Ik keek een beetje de bus in. Er zat een oudere vrouw, een Surinaamse dame op leeftijd en een Indische jonge vrouw met een kinderwagen en een knulletje die van voren naar achteren rende, als was de bus een race-parcours. Ik wou net op een van de stoelen neerploffen toen ik hem zag. Ongetwijfeld een zwartrijder, die zich stilletjes verstopt had bij het raam, slechts centimeters van de plek waar ik neer wou ploffen. Het was een libel, de grootste die ik ooit had gezien. Met een vleugelspanwijdte van zeker 15 – 20 cm. IEKS…. Even hing in stil in de lucht, dit was geen goede plek om neer te ploffen. Snel ging ik op een andere plek zitten. Mijn mede-reizigers zagen mijn kapriolen en ook de oorzaak. “Wat een joekel” zei de oude vrouw. Op dat moment sloten de deuren van de bus en hij begon te rijden. Daar zaten we dan, gevangen in een bus met een joekel van een libel die elk ogenblik zijn vleugels kon laten wapperen en ons terroriseerde. Dat gebeurde niet en angstaanvallig hielden wij met z’n allen onze ogen op de libel.
“Als hij gaat vliegen, ga ik rennen” zegt de dame met kinderwagen dreigend.
“Ik ren met je mee hoor” vul ik aan.
“Volgens mij is hij niet echt, zal ik hem even pakken?” zegt de Surinaamse dame.
“NEEEEE….” Gillen we met z’n allen in doodsangst uit.
“Ze steken hard hoor” roep ik uit.
De Surinaamse dame is zwaar onder de indruk van ons protest en hou zich koest. Ondertussen rijden we de wijk in. Hotsend en botsend gaan we de verkeersdrempels over. De libelle maakt nog steeds geen aanstalten om te vliegen. Nog nooit heeft een busrit zo lang geduurd. Daar komt mijn halte in zicht. Nog even… Nog even.. mompel ik. De deuren zwaaien open en snel loop ik naar buiten. De oude vrouw neemt een spurt voorbij de libelle en met een verbazende lenigheid spring ze de bus uit. Aan de veilige kant van het glas bekijken we de libel van dichtbij, eigenlijk is het een heel mooi dier met vleugels als glas in lood ramen. Terwijl we met onze neus bijna tegen de ramen aan staan begint de bus weer langzaam te rijden en verdwijnt de libel uit het zicht. Libellen zijn mooi maar horen toch echt niet thuis in de bus. De oude vrouw is het roerend met mij eens.