- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Wat ben ik blij dat ik niet tot een nomade-volk behoor… Waarom? Ik heb echt een gruwelijke hekel aan verhuizen. Bij de gedachte dat ik moet verhuizen, breekt mij het koude zweet uit. Het inpakken, sjouwen, opnieuw inrichten. Nee, dat is aan mij niet besteed. Of ik van plan ben te gaan verhuizen? Lieve hemel, nee! Wij hebben een heerlijk huisje en daar wil ik nog heel wat jaartjes gelukkig zijn.
Maar afgelopen weekend mochten we wel iemand anders verhuizen, dat hebben we geweten. Pas op een verhuizing zie je wat voor een troep je eigenlijk in huis heb en met troep bedoel ik echt troep. Het stel was al op leeftijd en het oude kinderstoeltje en de kinderbox… Alles moest mee. Dat was dus veel sjouwen, inladen, naar het nieuwe huis, uitruimen en in de juiste kamer neer zetten. Niet mijn favoriete klus maar mijn humeur ging nog meer achteruit door de gedragingen van de vrouw en de dochter des huizes. Dochter van bijna 16 zat liever achter de computer dan dat ze een handje uit de mouwen stak. Ondanks onze opmerkingen ging er weinig van haar uit. Ook de vrouw des huizes was liever lui dan moe. Ook moesten we zelf om koffie vragen. In de keuken lagen krentenbollen. Lekker, dacht ik nog, werken maakt tenslotte hongerig. Nou, mooi niet he. De krentenbollen waren voor hun zelf en voor eten was niet gezorgd, zodat we zelf naar de snackbar moesten voor eten en drinken.
Gisteren was de vrouw des huizes helemaal niet in zicht toen de laatste spulletjes overgebracht moesten worden. Ze had zich in haar nieuwe huis in een kamer opgesloten om “de linnenkast in elkaar te zetten”. Ze heeft zich niet laten zien of horen. Toen een van ons in de kamer keek, bleek dat ze zich met haar dochter had opgesloten met een fles frisdrank. Dat was toch echt de druppel. Zonder een druppel drinken of een hapje gingen we weer naar huis. Een ding weet ik zeker, dit is de laatste keer dat ik hun ooit help verhuizen!!!
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
“Hoi Hans…”Verschrikt kijk ik om mij heen om te kijken waar die stem vandaan komt. Vanuit het televisiescherm staart die UPC-doos mij aan. “Oh, ben jij het Jef. Weet je dat je als UPC-klant honderden euro’s kan besparen? Met telefonie van UPC…” Nee dank je, ik ben tevreden met mijn huidige telefoon-aansluiting!”Oh maar stap nu over van ADSL naar Internet via de kabel en dan krijg je 50 euro retour. Klinkt dat niet lekker, Jef.” Zegt de UPC-doos verleidelijk terwijl ze mij een wulpse knipoog geeft en verlekkerd haar lippen aflikt. Ik ben niet voor niets van Chello afgestapt naar ADSL vanwege de vele problemen. En ook voor dit aanbod bedank ik vriendelijk. De wanhoop is duidelijk zichtbaar. Dan gooit ze haar laatste troef op tafel. ”En wat denk je dan 100 televisiezenders en 50 non-stop radioprogramma’s, Jef. Televisie kijken in DVD-kwaliteit met Digitale Televisie van UPC. En het mooiste, het is de eerste 6 maanden gratis. Bel je mij, Jef… Ahhh toe, bel me…. Toe nou….”Shit, daar heeft ze mij… En slaafs grijp ik naar de telefoon terwijl de UPC-doos grijnzend van mijn beeldscherm verdwijnt. En weer heeft ze een slachtoffer gemaakt.
Afgelopen dinsdag kwam de Post langs met een pakketje met daarin het digitale televisie-kastje. De installatie was zo gepiept en sindsdien kijken wij dus digitaal naar zo’n 100 televisiezenders. En eerlijk is eerlijk, de beeldkwaliteit is beter, de afstandsbediening is handig en bovendien kunnen we nu gebruik maken van een Electronische Programma Gids. Heel handig. Ja, ik ben wel in mijn nopjes maar zeg het maar niet verder aan die UPC-doos.
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Je lichaam schijnt te beginnen met zijn verval tussen je twintigste en dertigste. Zo rond je veertigste begin je het te merken met een rimpeltje hier en een grijs haartje daar. Maar ben je in het najaar van je leven dan begint het lichaam goed tegen te sputteren. Alles gaat moeilijker en je moet leven met pijntjes en vervelende kwaaltjes. Zo ook mijn oma, ze wordt dit jaar 85. Mijn oma is eigenlijk altijd ziekelijk geweest, ik ken haar bijna niet anders. Maar desondanks heeft ze al haar broers en zusters overleeft, zelfs haar dochter (mijn moeder). En dus zit mijn oma alleen in een bejaardenhuis. Veel visite krijgt ze niet, familie heeft ze niet behalve mijn broer, zus en mij maar omdat ze een eind uit de buurt woont lukt het niet om elke week langs te komen.
Behalve haar lichaam, begint haar geestelijke toestand de laatste maanden achteruit te gaan. Het begon allemaal met het dubbel vertellen van dingen die ze had meegemaakt, het niet meer snappen van de afstandsbediening van de TV etc. Maar nu begint het steeds erger te worden, ze verteld allerlei vreemde verhalen, neemt de telefoon niet meer op, reageert irrationeel. Het vervelende is dat ze nu in een periode zit waarin ze weet dat ze dement begint te worden. Het is heel naar om iemand te zien aftakelen.
Als kind had ik ook een opa die dement was. Dat was mijn “gekke” opa, waar je wel om kon lachen. Hij wou altijd weg uit zijn eigen huis omdat hij bang was dat de bewoners thuis zouden komen. En toen mijn tante met haar man binnenkwam, vroeg mijn opa aan haar wie die vent was. Toen ze hem antwoordde dat dat haar man was, sprong hij uit zijn vel en schreeuwde ” Wat??? Ben je met die klootzak getrouwd???” Als kind lach je er om, nu zie je er de ernst wel van in. Er gaat een periode komen dat ze niet meer zelfstandig kan wonen. Zal ze dan ook naar een verpleeghuis moeten. Wegkwijnen op een slaapzaal met 5 andere demente oudjes? Eenmaal in de week een pyamadag houden omdat er te weinig zorg is. De hele dag in een luier lopen en het maar in je broek doen omdat de verpleging geen tijd heeft. Dit zijn zaken waar je liever niet aan wil denken, maar voor mijn oma steeds dichterbij komt. Nu roept ze nog dat niemand haar uit d’r huisje krijgt, maar wat doe je als het echt niet meer gaat???
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Er zijn van die dagen dat je beter in je bed kan blijven liggen. Afgelopen maandag was zo’n dag. Toen ik mijn bed uitkwam wist ik dat het al mis was, maar eigenwijs als ik was toch naar het station om de trein naar het werk te pakken. Ik voelde mij beroerd, hangerig, naar… Terwijl ik daar op het station stond, speelde zich diep in mij een soort van machtstrijd af. Aan de ene kant wou ik terug naar huis en mijn bed weer in, maar de andere kant riep dat ik mij niet aan moest stellen en naar mijn werk moest gaan. Het werd dus werk. Maar nog geen uur op kantoor had ik spijt van die beslissing. Het ging echt niet en op hangende pootjes stapte ik naar mijn chef. De tranen stonden in mijn ogen, zo beroerd voelde ik mij. Natuurlijk was het geen probleem dat ik naar huis ging en om half tien stond ik weer op het treinstation. Toen begon de ellende pas goed. Natuurlijk had mijn trein vertraging en er werd omgeroepen dat de passagiers naar Lelystad beter de stoptrein naar Utrecht konden nemen en overstappen in Weesp. Maar eenmaal in Weesp aangekomen stonden er op de borden dat de trein naar Lelystad een vertraging van 15 minuten had. Even later werd omgeroepen dat de trein helemaal niet zou rijden. Ik voelde mij al zo ellendig maar dat werd nu alleen maar erger. Ik moest dus de stoptrein naar Almere nemen en daar overstappen op de trein naar Lelystad. Maar.. je raadt het al.. Ook de trein naar Almere had vertraging en en kwam 15 minuten later het station binnen gereden. Maar ja, ik was weer wat dichter bij huis. Maar dat duurde niet lang meer. Want na zo’n 3 kilometer stond de trein stil. Voor ons stonden 2!!! defecte treinen. We moesten wachten op de trein uit tegenovergestelde richting voor we op het andere spoor erlangs konden, dit grapje duurde een dik kwartier voordat de trein zich in beweging zette. En inderdaad, wij passeerde de eerste defecte trein maar bij de tweede trein stonden we weer stil. Over de intercom klonk de stem van de conducteur die opgewekt vermelde dat we weer een vertraging zouden oplopen omdat we de gestrande passagiers moesten oppikken.
Ondertussen voelde ik mij behoorlijk beroerd en ook mijn darmen begonnen tegen te sputteren maar ik weiger om gebruik te maken van de smerige toiletten in de trein. Het duurde nog zo’n 20 minuten voordat we weer verder reden. Het gerommel in mijn buik werd erger, met tegensputterende darmen stapte ik uit op Almere Centraal. Lelystad zou ik in deze toestand niet redden. Op de borden stond niet vermeld wanneer de trein naar Lelystad zou vertrekken dus stoof ik naar de stationsrestauratie voor het toilet. Ik deed een 50 eurocentmuntje in de deur, de klink omlaag en… niks… Shit shit shit… Het koude zweet brak mij uit en met samengeknepen billen liep ik naar de balie om te vermelden dat de deur niet openwilde. Luchtend pakte de dame ook een muntstuk en liep met mij maar het toilet. Op haar gezicht viel af te lezen dat ik weer zo’n loser was die de deurklink niet goed naar beneden deed. Ze deed het munt in de automaat, de klink naar beneden en… niets… “Hij is nu echt kapot” schreeuwde ze door de zaak heen, naar haar collega. De overvolle stationsrestauratie keek nu allemaal mijn kant op. Ik voelde mij al beroerd maar kon nu werkelijk door de grond heen zakken. De luidruchtige dame liep naar de kassa voor nog een paar muntje. “Als we de deur niet open krijgen, kan je het altijd in een bekertje doen” schreeuwde ze door de zaak heen en barste in lachen uit. Als een boer met kiespijn en TE volle darmen lachte ik schaapachtig terug. Er ging weer een muntje in de deur… niets… De collega kwam er nu ook bij en het ene na het andere muntje viel door de gleuf totdat… jackpot!!! De deur ging open. Ik duwde ze nog net niet opzij, maar wat een opluchting toen ik eindelijk de toilet voor mij alleen had. Ik zat goed en wel voordat er een soort van onweer boven mijn hoofd hoorde. Er kwam een trein het station binnengereden. Ik ben nog nooit zo snel van een toilet afgekomen maar niet snel genoeg want ik kon nog net de trein naar Lelystad uitzwaaien en uiteindelijk heb ik een dikke half uur op de volgende trein naar Lelystad moeten wachten. Ik had beter ziek op mijn werk kunnen blijven, dan had ik mij beter gevoeld dan dat ik ontredderd veel te laat thuis aankwam.