- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Internet, een zeer handig medium. Twintig jaar geleden had niemand er nog van gehoord en nu bijna gemeengoed. Sommige mensen kunnen niet meer zonder. En geef nu eerlijk toe, het is makkelijk en ken veel voordelen: Snel even een mailtje naar iemand sturen, lekker chatten met je tante in Timboektoe, de laatste hit van Andre Hazes downloaden (postuum natuurlijk) of snel even opzoeken wat een tjiekie tjiekie vogeltje is. Internet helpt je wel. Daar hangen natuurlijk de nodige gevaren aan. Verslaving… verslaving aan het chatten, de spelletjes of zelfs het bezoeken van sexsites.
Vandaag wil ik even stilstaan over een ander gevaar van het internet, namelijk de anonimiteit. Dat laatste gevaar is wel het vervelendste aspect van de digitale snelweg. Heeft u kinderen en mogen zij op het internet? Ja, dat kan leuk zijn totdat uw spruit benaderd wordt door een “jongetje”of “meisje” die ineens wel heel rare vragen gaat stellen. In hun naïviteit zien de meeste kinderen daar geen kwaad in en geven makkelijk hun adres, naam etc door. Het kan nog erger, ze kunnen met het nieuw gevonden vriendje ergens afspreken en voor ze het weten staan ze tegenover een volwassen man/vrouw die uw kind likkebaardend benaderd met de tong op de schoenen en een geile blik in de ogen. Overdrijf ik? Zeker niet, het komt regelmatig voor. Tijdens het chatten blijft je tenslotte anoniem en niemand ziet dat aan de andere kant van de cyber-spiegel een volwassen vent zit met de broek al op de knieën.
Anonimiteit werkt ook als een rode lap voor de “gestoorde” mede-internetter. Als je je beschermd voelt door je anonimiteit kan je je namelijk helemaal uitleven. Wat is er dan heerlijker om andere mensen met de grond gelijk te maken? Je kan alles roepen en geen haan kraait om wat je zegt. Dat je daarmee een ander de grond in trapt? Haha, ze weten toch niet wie ik ben… Het is een mentaliteit om van te kotsen maar er zijn genoeg mensen die daar plezier uit halen. Het internet is een vrijbrief geworden om alles maar te zeggen en tonen, het slachtoffer kent je toch niet dus wat kunnen ze je maken? Dit asociale gedrag zit er al jong in. Werd je vroeger uitgescholden voor brillenjood, vuurtoren of dikzak, tegenwoordig ontvang je emails (en telefoontjes) vol met bedreigingen en beledigingen. Het slachtoffer weet je toch niet te vinden. We schreeuwen allemaal het hardst als de vrijheid van mening of privacy geschonden word. Maar zolang van deze twee grondrechten misbruik op het internet gemaakt wordt door dit tuig, mag Big Brother van mij wel meekijken.
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Vanmiddag heb ik een bezoekje gebracht aan de huisarts. Niet omdat ik daar zo graag op de thee ga, maar omdat ik al enige weken last heb van een pijnlijke keel, en vastzittend slijm tussen mijn neus en keel. Bovendien gaat dit alles gepaard met lichte koorts en een ellendig gevoel. Helaas was mijn eigen dokter op vakantie dus ik moest genoegen nemen met een vervanger. Om bij de dokter te komen moet ik met de bus. Ik kom dan langs mijn oude wijk waar ik hiervoor gewoond heb. Deze wijk, Schouw-Oost, was een zogenaamde asbest-wijk dus is de hele wijk tegen de vlakte gegaan. Ik zit in de bus en kijk naar de troosteloze open vlakte. Het geheel is al jaren omringt door een groot ijzeren hek, daar achter een stuk wild land met hoog gras en riet. Her en der staat er verdwaalde boom die afgewisseld wordt met een aantal zandbergen, afgedekt met plastic. Ik kijk erna en mijn hart huilt. 13 jaar van mijn leven heb ik hier doorgebracht. Veel is hier gebeurd. In dat huis heb ik veel meegemaakt. Heb ik mijn baan verloren, is mijn moeder overleden, heb ik mijn coming-out gehad en heb ik voor het eerst mijn Wim lief gehad. Dat behoort nu definitief tot het verleden, geen plek meer om herinneringen op te snuiven. Mijn herinneringen zijn met de grond gelijk gemaakt. Nog regelmatig droom ik over het huis. Ik zit dan midden in de verhuizing en het huis staat nog vol met spullen maar het is er tevens heel leeg. Dan moet ik onverwachts de nacht daar door brengen, maar het huis wordt belaagd door vreemde indringers, inbrekers en geesten. Kortom verwerkingsdromen. Ik zit zo diep in gedachten dat ik bijna mijn halte vergeet.
De dokter waar ik terecht kan is een stuk ouder dan mijn eigen arts. Ik vertel mijn klacht en hij kijkt in mijn neus. Eerst met dat koude ding in het ene gat, daarna in het andere. Hij kijkt mij serieus aan en ik hou mijn hart vast voor wat er gaat komen. Ik grijp bijna mijn stoel vast om het slechte nieuws in ontvangst te nemen. “Uw ene neusgat is groter dan de andere…” Het was maar goed dat ik mij had voorbereid anders was ik van mijn stoel gevallen. Mijn mond zakt open van verbazing. Ondertussen heeft hij snel een houten spateltje gepakt en duwt hem snel in mijn mond. “Zeg eens Aaaa”. De dokter heeft het euvel al gevonden…. Slijm achter in de keel. 1 minuut later sta ik buiten met een slijmoplosser en een anti-bioticakuurtje…. Het wordt tijd dat mijn dokter terugkomt.
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
egin oktober, tijd dat de bladeren weer van de bomen vallen. Tot nu toe hebben we het getroffen met het weer. Weinig zware regenbuien, amper storm en redelijke temperaturen. Toch merken we dat we langzaam richting winter gaan. De blaadjes beginnen af te sterven en dwarrelen af en toe naar beneden. De natuur maakt zich weer op voor de winterslaap. Ook in de winkels merken we dat de zomer over is. Naast de halloween-spulletjes verschijnen nu ook de pepernoten, chocoladeletters en zelfs de kerstballen in de winkels. Momenteel zitten we in een overgangs-fase, trek ik mijn jas aan of doe ik hem uit? Als de zon schijnt is het te warm voor een jas, verdwijnt ie achter een wolk dan gaat het jasje weer aan. En ook kunnen we binnenkort de kachel weer aanzetten. Lekker gezellig om thuis te komen bij de warme verwarming met een lekkere kop thee… Zo lekker knus weggezakt op de bank. Ja, laat de herfst en winter nu maar komen, ik ben er klaar voor met mijn jas aan!
- Gegevens
- Geschreven door: Jef
Vandaag is het 4 oktober, wie dat nog niet doorheeft: het is dierendag. Vandaag is het tijd dat iedereen zijn huisdiertje extra vertroetelt. Fifi krijgt een nieuw jasje met een bontkraagje, Piet de parkiet krijgt een knaagstokje in alle kleuren van de regenboog, Hero de hond mag een extra been begraven en Poekie de poes wordt blij gemaakt met een dood vogeltje. Sommigen gaan heel ver in het verwennen van hun huisdier en de dierenspeciaalzaak is de lachende derde. Maar voor sommige dieren is het vandaag GEEN dierendag. Ook vandaag gaat het doodknuppelen van jonge zeehondjes gewoon verder, wordt er zinloos op walvissen gejaagd, wordt een zeldzame wilde olifant geslacht voor zijn ivoor. Hoeveel dieren zijn vandaag hun natuurlijke omgeving niet kwijt geraakt door ontbossing en ander toedoen van de mensheid. Dat zijn de dieren die extra aandacht nodig hebben, niet alleen met dierendag maar het hele jaar door. Je begrijpt het al, Ajax krijgt vandaag niks extra’s. Hij heeft het tenslotte zo slecht nog niet. Eten bij de vleet, een warm thuis, hij mag (bijna) overal slapen en aandacht krijgt hij al genoeg.
Vanmiddag in de verloren uurtjes tijdens mijn treinreis moest ik in het kader van dierendag even stilstaan bij alle huisdieren die ik in de loop der jaren langs heb zien komen. Al sinds ik een baby Jefje was hadden we al huisdieren. Het schijnt dat ik onze eerste huisdieren, een kom met goudvissen heb vermoord door de vissen de pap te voeren die ik niet lustte, dus toen mijn ouders niet keken heb ik die leeg gekeerd in de vissenkom. Een troost, ze zijn met een vol buikje gestorven. Toen ik 2-3 jaar was kregen we een zwarte kat. En wat doe je als een klein jongetje, daar giet je een fles yoghurt over leeg. Mijn moeder was daar niet blij mee maar de kat nog minder. Ook de schildpadden en konijnen volgde, maar daar heb ik allemaal geen weet meer van. Het eerste huisdier dat ik mij herinner was onze zwarte kat Mona (jawel van het toetje), het huisdier van mijn zusje. Mona is maar liefst 18 jaar geworden. Loekie was onze eerst hond, een kruising tussen poedel en spaniel. Het was een leuke hond met een rare afwijking. Hij had een vlooien-allergie, dat was op een keer zo erg dat zijn kont kaalgeschoren werd en een grote kap over zijn hoofd kreeg. En ach, wat schaamde die ijdele Loekie zich. Met zijn kont in de hoek en kop naar beneden zat hij daar en wij lagen, heel gemeen, in een deuk van het lachen. Nog jaren later, als je tegen hem zei: “Hoe is het met je kontje?” begon hij te grommen van ellende. Loekie groeide samen op met Clouseau de Groenedaeler, een schat van een hond. En zo zijn er veel dieren bij ons opgegroeid en gestorven. Kortom, het was bij ons altijd een beestenboel!